Voor de witte bolletjes:
193 ml melk, 300 gram bloem, 2 theelepels suiker, 1 1/2 theelepel zout, 20 gram boter, kleine theelepel gist, evt. 1 tabletje vitamine-c
Voor de bruine bolletjes:
233 ml water, 233 gram volkorenmeel, 100 gram bloem, 2 theelepels suiker, 1 1/2 theelepel zout, 33 gram boter, kleine theelepel gist, evt. 1 tabletje vitamine-c
Nodig: 1 springvorm van 28 cm doorsnee. Andere groottes leveren een heel ander brood op.
Maak wit deeg en bruin deeg, evt. met gebruikmaking van de broodmachine op het programma 'deeg maken'. Als je het met de hand doet, laat het deeg dan na het kneden tot 2x de oorspronkelijke omvang rijzen. Als je het met de broodmachine doet, zet het eerste deeg dan in de koelkast terwijl het tweede deeg rijst, en haal het 20 minuten voor het einde van de tweede cyclus uit de koelkast.
Verdeel het witte deeg in 10 gelijke stukjes en het bruine deeg in 9 gelijke stukjes.
Maak balletjes van de stukjes, liefst naadloos.
Leg twaalf bolletjes langs de rand van de springvorm, om en om bruin en wit, en met gelijke onderlinge afstanden.
Maak in die cirkel een cirkel van 6 bolletjes, en leg de laatste in het midden.
Bedek het deeg met ingevet plasticfolie en laat de bolletjes op een aangenaam warme plek tot dubbele grootte rijzen. Verwarm intussen de oven tot 200 graden.
Bestrijk de bolletjes na het rijzen met een mengsel van eierdooier en wat water, en bestrooi dan de bruine bolletjes met havermout, en de witte met sesamzaad. Ook als je ervoor kiest ze niet te bestrooien, smeer ze wel in met eierdooier/water.
Bak het brood 35-40 minuten, of tot het brood gaar is. Laat het 5 minuten afkoelen en haal het dan uit de vorm. Laat op een rooster verder afkoelen.
Zowel warm als koud te eten, maar niet gelijk na het bakken, dan krijg je last van je maag door de gist.